HSP-blog: Een kerstverhaal

Het was kerstavond 2004. Ik was nog niet zolang van school en werkte die avond mijn eerste dienst alleen in de apotheek. Mijn apotheker was tot tien uur bij me gebleven, en vond het tijd om zijn pupil, weliswaar met een lege wachtkamer, achter te laten. Alsof ze het hadden afgesproken stroomde de komende paar minuten de wachtkamer net zo snel vol, als een tram op zaterdagmiddag in Amsterdam. Dit deed geen goed voor mijn gemoedstoestand: ik werd zenuwachtig, ik begon te trillen, mijn hoofd werd roder. Mijn kritische stemmen in mijn hoofd gingen een discussies aan met mijn perfectionisme en zorgde dat mijn zelfvertrouwen daalde tot een dieptepunt. Mijn bloeddruk nam omgekeerd recht evenredig toe en was zo hoog dat ik alleen maar blij kon zijn dat de Fitbit nog niet was uitgevonden. Dat alles resulteerde dat mijn snelheid daalde tot een zeer matig niveau.

Een echt hsp verhaal. Boordevol gevoel.
Een kerstverhaal vol gevoel

In de wachtkamer brak het geklaag uit. Tot overmaat van ramp kwam er een man de wachtkamer binnen met meer tatoeages dan kleurplaten in een kleurboek bij de Action. Hij had het charisma dat hij met gemak door de auditie zou komen als bad guy bij een gemiddelde B-film. Ik bleek hem overigens als enige op te merken: het geklaag in de wachtkamer werd alleen maar erger en de sfeer grimmiger.

En toen gebeurde het: de man stond op en riep ‘EN NU @#@~! ALLEMAAL @#!$! JULLIE @$#! DICHTHOUDEN, DAT MEISJE DOET @%!# HAAR BEST @#$@’. Hij had op de wachtkamer het effect wat Hr. de Uil 20 jaar eerder op mij had: lichte verbazing in combinatie met snaveltjes toe. Maar met mij gebeurde iets bijzonders. Ik dacht: hij heeft gelijk, ik doe mijn best. Ik werd rustig. Ik voelde me gezien. Iemand nam het voor mij op.

Deze kerstengel, had zijn vleugels voor even, aan mij uitgeleend. Ik hielp de rest van de avond ieder met zelfvertrouwen aan hun medicijnen.Nog onder de indruk van het aantal krachttermen wat hij in 1 zin kon verwerken, leerde die man mij die avond iets bijzonders: engelen hebben geen witte jurkjes en blonde haren.

In de jaren daarna heb ik nog vaker kerstengelen mogen ontmoetten in de apotheek, meestal had ik het pas in de gaten als ze weer weg waren. De laatste jaren probeer ik er meer op te letten. En dan soms heb ik ze aan de balie, dan kijken we elkaar aan en weten het allebei, dan krijg ik weer even onzichtbare vleugels, en dan zeg ik: ‘Fijne Kerst’.

HSP-blog: Kapot moeilijk

Vandaag gaat mijn zoon voor het eerst op de fiets naar school. Alleen. En dat is weer een stapje in groter worden. We hebben het de afgelopen periode natuurlijk intensief geoefend. Eerst samen. Later steeds een stukje verder alleen. De route kan hij dromen. Ik heb natuurlijk de meest veilige route (lekker veel voorrang) gekozen. Heb hem de afgelopen weken het woord ‘haaientanden’ meer uitgesproken dan Freek Vonk. Gil ik te vaak ‘vinger uitsteken’ en verbaas me dat hij nog niet zo geconditioneerd is dat hij het ook met lopen doet. Aan de voorbereiding zal het niet liggen. Ik heb het al aangekondigd, woensdag voor het eerst met de fiets naar school.

Maar hij vind het toch spannend. Op de bewust ochtend geeft hij het weer aan. ‘Ik vind het spannend, mama’. Ik ook, is het eerst wat ik wil zeggen. Maar dat leek met niet zo handig. Ik kom terug met ‘Ik begrijp dat je het spannend vind, maar ik heb er alle vertrouwen in dat je het kan’, niets aan gelogen. Verder stel ik hem gerust dat ik in de buurt ben.

blog hooggevoeligheid: kapot moeilijk

In de middag staat hij enigszins gespannen aan school en hij vertrekt. Hij was zijn fietssleutel niet kwijt en vergeten, dus dat ging al boven verwachting. Broer die met mijn in de auto naar huis gaat heeft ook zorgen. Hij dreunt in een vloeiend ritme allen rampscenario’s die kunnen gebeuren (vallen, kapotte fiets, ongeluk, iemand die hem meeneemt), en ik probeer ze te verweren met een ritme wat erg lijkt op de computerspelletjes die hij speelt. Het helpt me niet echt in mijn vertrouwen. Al mijn onderdrukte angsten die mijn zoon lekker op de achterbank oplepelt. Bij mij stijgt de spanning. En mijn gedachten pingpongen in een versnelt ritme….het is te vroeg…hij kan het wel…het zou toch wel erg vervelend zijn als het niet lukte…maak je niet zo druk…. En ook al duurde de rit gevoelsmatig veel langer dan normaal, sta ik natuurlijk vijf minuten later de uber trotse mama te zijn en knuffel ik, en mijn zoontje, de aankomende fietser met meer overgave dan de winnaar van de tour de France. Opluchting, trots en blijdschap. Die hebben we weer in de pocket.

In de middag fietsen we samen naar het centrum voor een proefles musical les. Ook de eerste keer en misschien een beetje veel eerste keren op 1 dag. Maar soms loopt het zo. Tuurlijk ben ik er voor hem als hij de klas uitloopt en ik zijn blije koppie zie. Op de terugweg volgt een uitgebreid verslag van wat hij gedaan heeft, met een detaillering die waar een gemiddelde programmamaker wat van kan leren. Hij ratelde door en vermelde bij de laatste dansoefening “dat was kapot moeilijk”.

Een betere samenvatting van vandaag kan hij niet geven. Als ik over vijf voor zes achter de pannen sta om toch nog iets van een maaltijd in elkaar te draaien denk ik ook ‘kapot’ en ‘moeilijk’, maar ook supertrots dat we het toch weer gedaan hebben. Hij verdient de gele trui. En ik…een berg etappes…ik trek mijn bolletjesoutfit maar aan, dat vrolijkt de boel wel weer op.

HSP-blog: Spelen

Ik heb geen idee waarom ik hier ben. Nou ja, eigenlijk weet ik dat wel. Ik heb het te danken aan mijn oudste zoon, een goed marketingconcept en mijn uitstelgedrag.

Al weken rijd ik met mijn oudste zoon naar turnles. En naast de turnles zit Monkey Town. Voor degene die het concept niet kennen. Een binnenspeeltuin met naam. Mijn zoon vraagt steevast elke week: Wanneer gaan we naar Monkey Town? Getriggerd door een paar felle kleuren en een aap die de gevel sieren. Mijn antwoord is dit jaar veranderd van ‘In de vakantie’, naar ‘in de grote vakantie’.

Maar nu voelde ik me echt een slechte moeder worden en met meer tijd dan voor een kind goed is in de vakantie, toog ik met 2 kinderen naar deze apenstad.

Al binnen 3 minuten wist ik al niet meer waarom ik me dit aandeed. Ik als HSP en mijn kinderen natuurlijk ook, krijgen zoveel prikkels te verwerken dat je het gevoel hebt dat je in een glas cola bent beland. En ja, ik kan niet anders zeggen, ze hebben echt hun best gedaan. Met planten, groene, rustige kleuren. Maar een hoog gebouw, met een enorme hoeveelheid kinder- en volwassengeluiden is veel.

Ik heb ook nare ervaringen. Alleen in een binnenspeeltuin met een zoon, een baby en een tas. Zoon 1 zat vast, toen ik eindelijk tas en baby beetje veilig had geïnstalleerd en naar boven was geklommen en ik kan je vertellen, dat die apparaten echt niet voor mijn volwassen lichaam zijn gemaakt. Was mijnheer alweer beneden. Het idee dat er luttele ouders dit tafereel hadden gezien hielp ook niet. Het is staat nog steeds in mijn hersenen opgeslagen bij afdeling persoonlijke rampen, nog net niet versleept naar trauma’s.

Nu wist ik waar ik aan begon en met…als de kinderen het maar naar hun zin hebben…in mijn achterhoofd zocht ik het tafeltje wat het beste voelde. Nog niet geïnstalleerd om zoon 2 stond al bij mij. Huilend. Hij vond het niet leuk. Zoon 1 chaperonneerde hem binnen 1 minuut. Zo zijn ze dan ook wel weer. Hij durfde niet meer in het klimtoestel. Hij was van de glijbaan gegaan en die ging effe te snel. Zoon 1 vond het wel geweldig, 3 jaar leeftijdsverschil en iets andere spieraanleg doen een hoop.

HSP-blog spelen
Spelen met spelen

Mijn werk begon, want meteen rechtsomkeer maken voelde ook niet goed. Samen kijken wat wel kon. Even bij mama zitten. Overhalen. Begrip. Nog even op de trampolines met je broer. Negeren. Troef: iets te eten. Allemaal wisselend resultaat. Ondertussen kijk ik wanhopig naar andere ouders die rustig achter hun laptop zitten en waarvan de kinderen 1 keer per middag langskomen. Überhaupt zwaar respect dat je hier ook nog kunt werken. Ik zou nog geen letter op papier krijgen.

Nu werkt 1 ding altijd bij de jongste: eten. En dat laatste is geen probleem. De ruimte voor horeca en volwassenen is in elke binnenspeeltuin groter dan de ruimte voor de kinderen. Dat snap ik wel hoor, ik begrijp ook wel iets van marketing… maar heb er toch altijd een beetje moeite mee.

Ik had met mijzelf afgesproken dat ik vier uur een mooie tijd vond om te vertrekken. Dan had ik het een kans gegeven voor de oudste en kon ik ze daarna met een filmpje wel vermaken tot het eten.

Het liep tegen vieren en de drukte in het speelparadijs werd minder. Ik was niet de enige die er zo over dacht. Mijn jongste was al even weer aan het spelen en toen ik even naar het klimrek keek  zag ik hem ineens boven staan, onder begeleiding van de oudste. Ik was aangenaam verrast. Zijn angst was hij langzaam aan het overwinnen.

Nu kon in natuurlijk niet gaan. Deze ontwikkeling is belangrijk. En ja, hoor. Hij kreeg er steeds meer plezier in. En ik steeds minder. Want nu vond ik het wel tijd om te gaan. De rollen waren omgedraaid. Mijn zoons maakte in ijl tempo rondjes over het klimrek en de grote glijbaan. Met plezier op hun koppies. Maar ik had het wel gehad.

Gelukkig hielp het luidruchtige omroepapparaat wat lekker resoneerde in de metalen hal. Onverstaanbaar maar toch knetterhard. Ik wist op te maken: OVER 20 MINUTEN GAAN WE SLUITEN. De kinderen hadden het ook begrepen. Gedwee kwamen de mannetjes aan om hun schoenen aan te trekken.

Ik ben voorlopig weer verlost. Nog even bedenken wat ik ga zeggen als we de volgende keer naar turnen rijden. Ik ga er eens mee spelen.