HSP-blog: Spelen

Ik heb geen idee waarom ik hier ben. Nou ja, eigenlijk weet ik dat wel. Ik heb het te danken aan mijn oudste zoon, een goed marketingconcept en mijn uitstelgedrag.

Al weken rijd ik met mijn oudste zoon naar turnles. En naast de turnles zit Monkey Town. Voor degene die het concept niet kennen. Een binnenspeeltuin met naam. Mijn zoon vraagt steevast elke week: Wanneer gaan we naar Monkey Town? Getriggerd door een paar felle kleuren en een aap die de gevel sieren. Mijn antwoord is dit jaar veranderd van ‘In de vakantie’, naar ‘in de grote vakantie’.

Maar nu voelde ik me echt een slechte moeder worden en met meer tijd dan voor een kind goed is in de vakantie, toog ik met 2 kinderen naar deze apenstad.

Al binnen 3 minuten wist ik al niet meer waarom ik me dit aandeed. Ik als HSP en mijn kinderen natuurlijk ook, krijgen zoveel prikkels te verwerken dat je het gevoel hebt dat je in een glas cola bent beland. En ja, ik kan niet anders zeggen, ze hebben echt hun best gedaan. Met planten, groene, rustige kleuren. Maar een hoog gebouw, met een enorme hoeveelheid kinder- en volwassengeluiden is veel.

Ik heb ook nare ervaringen. Alleen in een binnenspeeltuin met een zoon, een baby en een tas. Zoon 1 zat vast, toen ik eindelijk tas en baby beetje veilig had geïnstalleerd en naar boven was geklommen en ik kan je vertellen, dat die apparaten echt niet voor mijn volwassen lichaam zijn gemaakt. Was mijnheer alweer beneden. Het idee dat er luttele ouders dit tafereel hadden gezien hielp ook niet. Het is staat nog steeds in mijn hersenen opgeslagen bij afdeling persoonlijke rampen, nog net niet versleept naar trauma’s.

Nu wist ik waar ik aan begon en met…als de kinderen het maar naar hun zin hebben…in mijn achterhoofd zocht ik het tafeltje wat het beste voelde. Nog niet geïnstalleerd om zoon 2 stond al bij mij. Huilend. Hij vond het niet leuk. Zoon 1 chaperonneerde hem binnen 1 minuut. Zo zijn ze dan ook wel weer. Hij durfde niet meer in het klimtoestel. Hij was van de glijbaan gegaan en die ging effe te snel. Zoon 1 vond het wel geweldig, 3 jaar leeftijdsverschil en iets andere spieraanleg doen een hoop.

HSP-blog spelen
Spelen met spelen

Mijn werk begon, want meteen rechtsomkeer maken voelde ook niet goed. Samen kijken wat wel kon. Even bij mama zitten. Overhalen. Begrip. Nog even op de trampolines met je broer. Negeren. Troef: iets te eten. Allemaal wisselend resultaat. Ondertussen kijk ik wanhopig naar andere ouders die rustig achter hun laptop zitten en waarvan de kinderen 1 keer per middag langskomen. Überhaupt zwaar respect dat je hier ook nog kunt werken. Ik zou nog geen letter op papier krijgen.

Nu werkt 1 ding altijd bij de jongste: eten. En dat laatste is geen probleem. De ruimte voor horeca en volwassenen is in elke binnenspeeltuin groter dan de ruimte voor de kinderen. Dat snap ik wel hoor, ik begrijp ook wel iets van marketing… maar heb er toch altijd een beetje moeite mee.

Ik had met mijzelf afgesproken dat ik vier uur een mooie tijd vond om te vertrekken. Dan had ik het een kans gegeven voor de oudste en kon ik ze daarna met een filmpje wel vermaken tot het eten.

Het liep tegen vieren en de drukte in het speelparadijs werd minder. Ik was niet de enige die er zo over dacht. Mijn jongste was al even weer aan het spelen en toen ik even naar het klimrek keek  zag ik hem ineens boven staan, onder begeleiding van de oudste. Ik was aangenaam verrast. Zijn angst was hij langzaam aan het overwinnen.

Nu kon in natuurlijk niet gaan. Deze ontwikkeling is belangrijk. En ja, hoor. Hij kreeg er steeds meer plezier in. En ik steeds minder. Want nu vond ik het wel tijd om te gaan. De rollen waren omgedraaid. Mijn zoons maakte in ijl tempo rondjes over het klimrek en de grote glijbaan. Met plezier op hun koppies. Maar ik had het wel gehad.

Gelukkig hielp het luidruchtige omroepapparaat wat lekker resoneerde in de metalen hal. Onverstaanbaar maar toch knetterhard. Ik wist op te maken: OVER 20 MINUTEN GAAN WE SLUITEN. De kinderen hadden het ook begrepen. Gedwee kwamen de mannetjes aan om hun schoenen aan te trekken.

Ik ben voorlopig weer verlost. Nog even bedenken wat ik ga zeggen als we de volgende keer naar turnen rijden. Ik ga er eens mee spelen.

HSP-blog (mis)punt

Heerlijk hoor, in alle rust, sta ik met mijn favoriete muziekje op de randjes van mijn muren te schilderen in een nieuw groen kleurtje. Lekker zen. Ik kan nergens aan denken, anders zit mijn witte plafond gegarandeerd vol met groene verf. Alhoewel dat ook gebeurt als ik er wel met mijn hoofd bij ben hoor, om onverklaarbare reden wordt mijn strakke groene lijn om de paar meter onderbroken door wat uitstulpingen. Dan zie je tenminste dat het handwerk is, praat ik me goede moed in. Het enige jammere is dat ik op dat moment op 1st/2h sta (enige uitleg volstaat, aangezien hij niet in de SI is opgenomen: 1 supertampon per 2 uur) en ik niet alleen groen, maar ook rood in de gaten moet houden. Maar ja, je kunt niet alles hebben. Dit keer hoef ik me ook niet schuldig te voelen dat ik lekker voor mijzelf bezig ben: de kinderen zijn uit logeren.

hsp-blog mispunt
Het leven van een HSP-er

Die tijd voor mezelf en met mijn man is zo lekker, dat ik altijd het gevoel heb dat we er ook bijzonders van moeten maken. Of gevuld met praktische dingen of met leuke, maar meestal met een combinatie van deze. En hoewel de rust een weldaad is, begint naar een aantal uur ook wel het gemis en de stilte. Ik kijk dan weer heerlijk uit naar het moment dat ik ze weer in mijn armen sluit. Missen doet het goed in relaties, als ik de kerstaflevering van All you need, als leidraad neem tenminste. Ik merk het voornamelijk in het feit dat ik meestal de uren daarna net even iets meer van kan ze hebben.

Een aantal jaar geleden kwamen ze, als ze me weer zagen, nog aanrennen en had het de moederdagspecial van een zoet tv-programma kunnen halen. Dat vond ik natuurlijk heerlijk. Maar de laatste jaren gaat het tij keren. Was het eerst zo dat steevast de kinderen mij meer mistte dan ik, is het nu echt andersom. Ze komen binnen en vergeten we bijna te groeten. Zoon 1 zegt dat ook bij het naar bed gaan. ‘Om eerlijk te zijn heb ik je eigenlijk helemaal niet gemist, ik heb misschien maar 1 keer aan je gedacht.’ Eerlijkheid, het staat hoog bij mij in het vaandel. Maar deze komt toch wel effe binnen. Enige mist en nevel doemt op in mijn hoofd. Het hoort erbij bedenk ik me, maar ben toch even de draad kwijt. Verstand en gevoel hebben even een conflict. De trots van zijn groei botst met de pijn van loslaten. Hij scoort, en heeft een punt. Dat is niet te missen.

(g)een verhaal, zonder zin

‘Wie kan mij even helpen?’ vraag ik wat onbeholpen. Ik sta op een trap, niet mijn favoriete bezigheid aangezien ik ben uitgerust met een flinke dosis hoogtevrees, en ben mijn keukenkastjes aan het leeghalen. Zoon 1 en 2 zitten hangen samen op de bank met een ondefinieerbare bezigheid en zijn naar mijn idee best is staat om even te helpen. Dit laatste leidde ik mede af aan het feit dat ze een kwartier geleden nog herhaaldelijk hebben verkondigd….ik weet niet wat ik moet doeoeoennnnn. Waar een paar jaar geleden binnen luttele seconden ze allebei trots naast me stonden omdat ze mama mochten helpen, ontstaat nu een discussie op de bank waar ik met enige verbazing naar luister.

Een HSP-blog

‘Ik heb niet zo’n zin’ begint 2 tegen 1. Nummer 1, is ook van mening, dat hij nu niet wil helpen. ‘GEEN ZIN’, denk ik. Hoppa mijn frustratie stijgt meteen boven de ladder uit. Weet je waar ik allemaal geen zin in heb? Ik heb de neiging om alles te gaan noemen in omgekeerd chronologische volgorde tot de allereerste wee. Nee, eigenlijk tot het moment waarop de verloskundige zei: ‘We gaan het proberen met een uitwendige echo, maar het is nog zo klein, misschien wordt het inwendig.’ Daar had ik ook geen zin in!! Begin ik met de terugkerende taken, was en poetsen, of juist met de gore om indruk te maken: poep uit bad hengelen enzo. GEEN ZIN. Mijn overweging zorgt dat ik zwijg en dat is misschien het meest verstandig. Redelijkheid en boosheid is een slecht duo.

De discussie gaat verder. Terwijl ze heel goed weten waarom ze niet willen helpen, kunnen ze blijkbaar ook goed bedenken waarom die ander wel moet helpen. ‘Jij moet helpen, want ik heb gister al de tafel opgezet.’ (?) ‘Ja, maar jij bent ouder en groter?’ (?) ‘ik denk dat jij het beter kan’ (?) en andere logica komt voorbij. Ik luister naar een onderhandeling, waarbij in vergelijking het formeren van het kabinet een peulenschil is. Ik sta nog steeds op de trap en zet de dingen zelf op de aanrecht met een houding waar een geoefende trapeze-medewerker geen probleem mee heeft, maar ik spieren aanspan die duidelijk normaal buiten dienst staan.

De pré-puber staat tot mijn verbazing als eerste in de keuken. Terwijl ik hem de taak uitleg en hem wat vrijheid geef om zelf de nieuwe kasten in te richten (jawel die managementopleiding helpt ook op microniveau), merk ik dat hij het prima vind. Zoon nummer 2 voelt zich denk ik toch schuldig en staat binnen een paar minuten toch ook te helpen. De boosheid is gezakt als ik van de ladder kom en voel me best wel trots op mijn mannen. En op mezelf, want zwijgen is soms toch echt goud. En als ik naar mijn lege kastjes kijk, denk ik: Ik zie er de zin wel in.